Recensie: Schijnwerper op ‘Natzweiler’

Drie gelijktijdige tentoonstellingen over Tweede Wereldoorlog in Sint-Joriskerk

Tot en met zaterdag 23 juli is in de Sint-Joriskerk de expositie ‘Verdwenen in de nacht’ te zien. Een selectie van 60 foto’s over het ‘vergeten’ Natzweiler, het enige concentratiekamp buiten Duits grondgebied waar in de Tweede Wereldoorlog politieke gevangenen werden tewerkgesteld. Afgelopen zaterdagmiddag was er in de kerk een bijeenkomst met enkele kinderen van nabestaanden. ‘Dat is ons drama: onze vaders spraken niet.’

Neem Amersfoorter Daniël Mulock Houwer, directeur van de jeugdinrichting Zandbergen. Drie dagen (!) na zijn terugkeer uit de concentratiekampen, op 3 juni 1945, schreef hij aan zijn bestuursleden: ‘Van harte gelukgewenscht met de bevrijding van ons geliefde Vaderland (…). Ik popel om aan het werk te gaan, daar er zooveel te doen valt.’ Praten over de oorlog deden de overlevenden niet, zei een van de nabestaanden. ‘Vragen stellen kon je beter niet doen. De oorlog was de olifant in de kamer.’

Daniël Mulock Houwer had in 1942 in zijn huis aan de Woestijgerweg onderdak verleend aan een geheim agent, die inlichtingen verzamelde voor de geallieerden. De onderduik werd verraden en Daniël werd op transport gesteld naar Natzweiler, 50 kilometer van Straatsburg, in Noordoost-Frankrijk. Tussen 1941 en 1944 hebben daar meer dan 50.000 politieke gevangenen vastgezeten; onder hen 630 Nederlanders. ‘Ze werden onder erbarmelijke omstandigheden tewerkgesteld in een steengroeve, op 800 meter hoogte, aan de koude noordkant van de bergen. Lange werkdagen, weinig eten. Met op hun dunne kleding de letters NN van ‘Nacht und Nebel’’, vertelt Theo Miltenburg, die samen met Wim Brummelman de expositie voor 033Fotostad samenstelde.
De zoon van Daniël Mulock Houwer citeerde uit diens mémoires: ‘Toen ik, half versuft door slagen, met een verstuikte voet met stenen beladen moest rondstrompelen, dacht ik: ‘Dit is geen leven!’. Toen ik met Kerstmis ’43 met difterie lag, met hevige diarree en 40 graden koorts, kon ik alleen maar mompelen: ‘Léven wil ik’. Veel kampbewoners gingen van Natzweiler naar Dachau, ook Mulock Houwer. Op de tentoonstelling hangt een foto van de pet die hij in die tijd droeg. Het vuile vod, met de lucht van de kampen er nog in, heeft hij zijn leven lang als een aandenken bewaard.
 
De fotoserie in de Sint-Joriskerk wil de herinnering aan het ‘vergeten’ kamp Natzweiler levend houden. ‘Altijd worden allen de bekende grote Duitse kampen genoemd’, zegt Marjolein de Loos, wier vader het kamp overleefde. Nu het fascisme in Europa weer de kop opsteekt, onderstreept dat noodzaak om de verhalen over de Tweede Wereldoorlog aan de nieuwe generaties door te vertellen, benadrukten de sprekers, zaterdag. ‘Altijd is er de vraag: wat zou ik gedaan hebben – of doen?’, zei Mulock Houwer jr. ‘Mijn vader nam máándenlang die geheim agent in huis. Hij vond het een daad van fatsoen, tegenover iemand die zijn leven riskeerde voor de goede zaak. Maar toen hij een vriend vroeg of de agent ook één of twee nachten bij hem kon verblijven, weigerde die dat, omdat hij de veiligheid van zijn gezin liet prevaleren. Het zijn ingewikkelde dilemma’s: wat zou je zelf doen, als het er op aan komt?’
Het belang van de tentoonstelling werd zaterdag onderstreept door de aanwezigheid van een delegatie uit Frankrijk, van het Centre Européen du Résistant Déporté. ‘Nog telkens duiken er verhalen en materialen op, die de geschiedschrijving van het kamp aanvullen. Het verhaal is nog altijd niet compleet’, zei een Franse historica.

Gelijktijdig met de fototentoonstelling over Natzweiler zijn er in de Sint-Joriskerk nog twee exposities die verband houden met de Tweede Wereldoorlog. Zo is er een rijk geïllustreerd overzicht van vervolgde componisten in Nederland (verzorgd door de Leo Smit stichting). Onder hen was ook wonderkind Mischa, broer van de wereldberoemde Etty Hillesum. In kamp Westerbork mocht hij elke dag een uur piano spelen. ‘Muziek blijkt voor ook hier levensnoodzaak.’ Vanuit Auschwitz werd hij doorgestuurd naar Warschau, waar hij eind ‘43/begin ’44 overleed.
De oorlog heeft de carrières van veel componisten in de knop gebroken. Van de ‘Nederlandse Gershwin’ violist/componist Dick Kattenburg bijvoorbeeld, die in ’44 overleed. Of van Bob Hanf, die omkwam in Auschwitz. Het strijkkwartet dat hij in 1934 schreef, beleefde zijn première pas in 2015. De informatieve panelen van de reizende tentoonstelling geven met sprekende details inkijkjes in de gekortwiekte levens van getalenteerde musici.

Daarnaast zijn er in de Sint-Joriskerk ook nog enkele vitrines met foto’s over slachtoffers van de nazi’s (verzorgd door Stichting Herdenkingsstenen Amersfoort).

Openingstijden kerk en expositie: dinsdag t/m zaterdag, 11.00-17.00 uur. www.joriskerkamersfoort.nl

Deze recensie is geschreven door Koos van Noppen en werd eerder al gepubliceerd door de Stad Amersfoort. Foto van Wim Brummelman.